Aan het einde van de nacht
wist niemand hoe alleen ik
naast hem lag.
Ik vouwde me op
onder zijn oksels
sloeg mijn benen
om zijn heupen
maar mijn ledematen pasten
niet, ik paste
niet.
Probeerde
op te staan, maar
het was warmer hier.
Bovendien,
we waren nu dit spel gestart,
verliet ik hem dan was ik af.
Wat een laf hart.
Ik droomde een katerdroom,
een liedje uit de jaren tachtig.
Toen ik wakker werd
ademde hij drank
en meisjestongen.
Ik sloot de deur.
wiste weer
een nummer.