Uiteindelijk
paste alles
in
drie verhuisdozen en een vuilniszak.
De
kamer was zo kaal;
je
kon zien waar de fotolijstjes,
waar
een lek in het dak,
waar
koffie gemorst op behang.
Er
was spinrag.
Ik
vroeg me af wat
er
achterbleef
van
mij
en
van mijn tienerjaren,
maar
ik rook mezelf niet langer
in
vloerplanken.
of
waar de klok had gehangen.
Toen
ik wegvloog smolt er
een
ijsbeer,
dat
was wat er van me over was.
Een
mensenhuid vernieuwt zo snel:
ik
was even
en
toen al niet meer
wat
ik was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten